Joost had een vraag over burn-out herstel. Op advies van de huisarts had hij zich 3 maanden geleden arbeidsongeschikt gemeld. Na eerst dagen aan één stuk door slapen voelde hij zich eerder slechter dan beter: naast lichamelijk afgemat voelde hij zich nu ook schuldig, een aansteller, een lozer. Hij was in een diep gat gezonken, durfde de deur niet uit en deed alleen ‘s avonds tegen sluitingstijd een boodschapje.
In de eerste week belde de leidinggevende: Wat trok hij dan precies niet meer? Wanneer was hij van plan weer te komen. De derde week begon de casemanager van de arbo-dienst te ‘drammen’. Hij moest gaan koffiedrinken op het werk. Joost voelde zich als een kleuter toegesproken. Alsof hij gewoon lekker thuiszat te werk weigeren. Boos voelde hij zich maar had er de puf en de woorden niet voor om zich te verweren. Diep van binnen was er ook dat beschuldigende vingertje naar zichzelf: Je laat je colléga’s zakken. En de klànten. Zie je wel dat je een nietsnut bent. Je kán het gewoon niet hè. Lozer! Nobody! Joost voelde het zwarte gat zuignappen.
De eerste keer kon hij bij de voordeur de waterlanders nauwelijks binnenhouden. Een goede klant stapte uit de lift, ook dat nog. Hij liep snel terug naar zijn auto en rommelde wat in de kofferbak. “Joost! Ik dacht al dat ik je zag, hoe is het man?” Klant liet zich niet bedotten. “Niet al te best” stamelde Joost en stond op het punt weer in huilen uit te barsten. “Denk goed aan jezelf Joost, je wordt gemist maar neem je tijd. Die heb je zo te zien nodig.” Nog een schouderklopje en Klant was weer weg. Wat een debacle, de drempel nog niet eens over geweest……
Zo worstelde hij zich terug. Bedrijfsarts legde een schema: eerst 2 x 2 uur, tweede week 3 x 2 uur, 3×3, 3×4 en zo verder. Al bij week 1 sloeg Joost op slot. Waar haalde hij de energie vandaan om 2 uur op de zaak te zijn, als een kop koffie al nauwelijks lukte? De opbouw maakte hem angstig, onbekwaam. Alsof een Dementor al zijn zelfvertrouwen en werkplezier had weg genomen.
Leidinggevende echter leek met het schema eindelijk houvast te hebben. Zij had het direct in taken vertaald. Per dag had ze taken omschreven die Joost ging doen in de uren dat hij aanwezig was. Eerst maar inlezen: mails, verslagen en rapporten. Dan opruimwerk in het archief. In een trots tempo las ze voor wat ze had bedacht. Joost was gaan huilen, was niet in staat te vertellen wat er was, vluchtte langs de nieuwsgierige blikken van de afdeling naar het toilet en vandaar in gestrekte draf naar zijn auto. Daar zat hij nu. Leeg, emotioneel, één brok zelftwijfel. Terug bij af. Hij belde mij.
Waar ging het mis in deze casus? Waarom werkte het terugkeer schema zo averechts op het burn-out herstel van Joost? Hij gaf aan dat hij geen zelfvertrouwen meer had, twijfelde bij alles. Had hij het ooit wel gekund eigenlijk? Dat hij in een burn-out was beland viel hem zó tegen. En eigenlijk ook weer niet: zie je nou wel dat je niet goed genoeg bent! Het schema maakte hem paniekerig: dit kón hij gewoon niet! De kinderachtige taken bevestigden dat ook de leidinggevende vond dat hij het niet kon. Toch?
Hoe begeleid je burn-out herstel dan wel?
Daar is geen standaard antwoord op te geven ben ik bang. Een mens is geen machine… Waar je mee begint is weer ‘verstand krijgen van je gevoel’. Inspanning en ontspanning afwisselen en weer leren luisteren naar je voelen, fysiek en emotioneel. Dat een eerste iets oppakken eng voelt is niet raar. Dat hebben de meeste mensen. Er zijn echter gradaties in eng: is het uitdaging of stress? Zo plannen we opbouw van taken: hoe voelt het? Dat kan een ander, hoe goed bedoeld ook, niet voor jou doen. Dat moet in overleg.
Joost is inmiddels weer voor 50% aan de slag in eigen taken. Zijn burn-out herstel zit in de stijgende lijn en hij krijgt weer vertrouwen dat het goed gaat komen. Ondertussen heeft hij ook ontdekt dat dit werk niet meer bij hem past. Het is nu geen goed moment voor een carrièreswitch maar hij onderzoekt wel wat voor hem een volgende stap zou kunnen zijn.
Zijn leidinggevende ziet het resultaat van de andere aanpak en is blij dat Joost weer aan het terugkomen is. Ook voor haar was het zoeken naar hoe je zoiets aanpakt: herstel van een gebroken been is makkelijker te begeleiden… Een Werkenergieanalyse kan goede handvatten bieden.