Inloggen
Specialist in 'werk, mens en inkomen'
Past de werklast nog bij de belastbaarheid van werknemer?
Waarmee kan ik u helpen?
Ik help als onafhankelijke partij bij het (verder) inrichten van de re-integratie van een langdurig arbeidsongeschikte medewerker. Mijn re-integratieonderzoek brengt goed in beeld welke stappen gezet moeten worden en waarom. Ik kom meestal op of rond het eerste ziektejaar. Het kan ook eerder in het verzuim, bijvoorbeeld op het moment dat eerder al duidelijk is dat het oorspronkelijke werk vanwege medische beperkingen niet langer passend is voor uw werknemer. Wacht niet te lang met het inschakelen van de arbeidsdeskundige! Uiterlijk in de 58e week van het verzuim moet een 2e-spoor gestart zijn (als dit wordt geadviseerd). Het onderzoek zelf duurt na de gesprekken circa 2 weken. Vraag bij voorkeur een arbeidsdeskundig onderzoek aan vóór de 52e week van het verzuim, nadat de bedrijfsarts de eerstejaars evaluatie en een inzetbaarheidsprofiel heeft opgesteld. Zo bent u zeker op tijd en voldoet u daarmee aan de verplichtingen die de Wet Verbetering Poortwachter voorschrijft.
Als register arbeidsdeskundige ben ik aangesloten bij de NVVA (Nederlandse vereniging van arbeidsdeskundigen) en de SRA (stichting register arbeidsdeskundigen). Ik kan gebruik maken van een schil van professionele ZZP-ers die ik kan inzetten voor spoor-2 re-integratie begeleiding. Hiervoor beschikken we over een toolbox met ondersteunend materiaal, zoals persoonlijkheidstesten, beroepskeuzetesten, een re-integratiewerkboek, e.d. Ik zoek daarbij altijd naar een begeleider die in de buurt woont van de werknemer, zodat er beter zicht is op de regionale arbeidsmarkt.
Arbeidsdeskundig onderzoek
Werkgevers nemen meestal contact met me op rond de eerstejaarsevaluatie (een onderdeel van de Wet Verbetering Poortwachter). In veel gevallen echter kan een onderzoek veel eerder ingezet worden, zodra blijkt dat terugkeer naar het eigen werk niet langer mogelijk is. Mijn advies: hoe eerder, hoe beter. Dit geeft werkgever en werknemer meer tijd om verder in de juiste richting te re-integreren. In mijn onderzoek staan 4 vragen centraal: Is het eigen werk passend bij de belastbaarheid? Zo nee, is het passend te maken? Zo nee, is er ander passend werk voor deze medewerker binnen de organisatie? Zo nee, dient er re-integratie naar een andere werkgever te worden opgestart? Ik werk uitsluitend op basis van het medisch objectief oordeel van de bedrijfsarts en maak vervolgens mijn afwegingen bij de vier onderzoeksvragen. Ik voer de gesprekken op de werklocatie. Of, als werknemer niet in staat is te reizen, ga ik op huisbezoek. Na het onderzoek lever is een uitgebreide rapportage waarin adviezen staan die passen bij de situatie en de wet- en regelgeving. Mochten er naderhand nog vragen zijn, dan kan zowel werkgever als werknemer hierover contact met me opnemen. Zo blijf ik als arbeidsdeskundige de vraagbaak in de best wel ingewikkelde wetgeving rond arbeidsongeschiktheid.
Meer over arbeidsdeskundig onderzoek
Weer aan het werk.
Re-integratie is het terug begeleiden van door ziekte uitgevallen werknemers in het arbeidsproces. Dit kan in verschillende fasen van het ziek zijn. Het kan bij de eigen werkgever of bij een andere werkgever. Binnen de re-integratie hanteren wij 1ste spoor, 2de spoor en 3de spoor.
In ieder traject wordt de werknemer altijd gekoppeld aan een vaste coach. Wij zoeken een collega die in de buurt woont van de werknemer zodat er beter zicht is op de regionale arbeidsmarkt. Op afgesproken tijden wordt er een verslag verstuurd waarin de werkgever de voortgang van het traject kan volgen. Rond de tijd van een WIA-aanvraag zorgen wij ervoor dat er een verslag beschikbaar is dat kan worden meegestuurd naar het UWV als onderdeel van het RIV (re-integratie verslag).
Specifiek voor het begeleiden in re-integratie is er een samenwerking gezocht met Maaike de Bruijn (bewustzijninwording.nl) en Jack de Wit (hetpersoneelspunt.nl). Casuïstiek wordt regelmatig doorgesproken en de impact van (wijzigingen) in wet- en regelgeving worden per casus besproken. Tussendoor bellen we elkaar regelmatig om te sparren over bepaalde situaties of om bij elkaar op zoek te gaan naar netwerkcontacten ten behoeve van onze deelnemers. Zo houden we elkaar scherp: Worden er geen kansen gemist? Worden de belangen van werkgever en werknemer zo goed mogelijk ondersteund? Zijn er nog meer mogelijkheden denkbaar?
