Meestal nemen werkgevers pas contact op met een arbeidsdeskundige als een werknemer al meer dan elf maanden arbeidsongeschikt is en het tweede-spoortraject moet worden gestart. Want dat is het moment dat de bedrijfsarts, na de Eerstejaarsevaluatie in de 52ste verzuimweek, het advies geeft om een arbeidsdeskundig onderzoek in te zetten. Maar tegen die tijd zijn er vaak al heel wat kansen om terug te keren naar werk gemist. Dat is jammer, zowel persoonlijk, bedrijfsmatig als financieel. In deze blog vertel ik waarom het in veel gevallen beter voor werknemer en werkgever zou zijn om een arbeidsdeskundig onderzoek uit te voeren voordat er een jaar (van ploeteren) voorbij is.
Iedereen vindt werken belangrijk. Het biedt ritme, status en sociale zekerheid. Van niet-werken worden de meeste mensen ongelukkig. Daarom is het belangrijk dat werknemers snel weer iets doen op het werk. Hoe langer ze wegblijven, hoe groter het gevoel van afstand. Maar soms is al snel duidelijk dat terugkeer naar de oude functie helemaal niet mogelijk is. Na een ernstige ziekte bijvoorbeeld, wordt de belastbaarheid van de werknemer vaak anders. Bij een burn-out blijkt soms dat het werk al niet passend was. Het kan ook dat het verzuim veroorzaakt wordt door een arbeidsconflict. In dat geval weten beide partijen vaak wel dat er gezocht moet worden naar een andere werkinvulling. Wachten tot na de Eerstejaarsevaluatie heeft dan geen zin, het zorgt er misschien zelfs voor dat de communicatie tussen werkgever en werknemer steeds stroever gaat verlopen.
Door middel van een arbeidsdeskundig onderzoek worden de alle mogelijkheden verkent voor een werknemer om weer aan de slag te gaan. Door in een vroeg stadium een ADO te laten opstellen, kun je zorgen voor een respectvolle overgang van verzuim naar werk. Niet pas na een jaar, maar -wanneer dit voor beide partijen mogelijk is- al veel sneller. Binnen het 2-sporentraject is dit wettelijk ook toegestaan. Een werkgever is niet verplicht te wachten tot het eerste jaar voorbij is. Hij mag in het eerste verzuimjaar een onafhankelijke arbeidsdeskundige inschakelen om alle mogelijkheden van terugkeer te onderzoeken. Wanneer aangepast werk of ander werk binnen de eigen organisatie niet mogelijk is, dan moet het 2e spoor (werk buiten de eigen organisatie) worden opgestart naast het 1e spoor. Dit kan al na een periode van 3 maanden.
Het eerder opstellen van een arbeidsdeskundig onderzoek kan de terugkeer naar werk bespoedigen. Want zo komen de wensen en behoeften van de werknemer eerder boven water. Dat levert soms heel verrassende resultaten op, waar de werkgever concreet mee aan de slag kan. Misschien komt er binnen de organisatie net een functie vrij waar de werknemer precies inpast. Wellicht is het mogelijk om bepaalde taken te ruilen met een andere collega. Het is in alle gevallen beter om de situatie recht in het gezicht te kijken, dan je vast te bijten in de tijdlijn. Door sneller actief met het verzuim bezig te zijn kunnen complexe situaties worden voorkomen. Een snel arbeidsdeskundig onderzoek kan dus zorgen voor minder verzuim én korter verzuim waardoor er ook een afname zal zijn van de verzuimkosten. Wanneer er op een respectvolle manier, snel aandacht aan verzuim wordt gegeven, draagt dit bij aan het welzijn van het hele bedrijf.